Drie meemoeders delen hun verhaal

Drie meemoeders delen hun verhaal

Officieel is een duo-of meemoeder de vrouwelijke partner van de biologische moeder in een gezin. Uiteraard is dit een zeer korte definitie. Hoe zit het dan bij eiceldonatie tussen twee vrouwen? En hoe staan meemoeders ten opzichte van deze term? Hoe voelt het moederschap voor een niet-biologisch kind? Deze en nog vele andere vragen vuurden we af op drie moeders: Ellen (35), Nancy (31) en Sarah (34).

Ellen en Nancy zijn beiden officieel meemoeders. Hun partners werden zwanger door een vruchtbaarheidsbehandeling met een anonieme donor. Door het huwelijk met hun partners werden Ellen en Nancy automatisch meemoeder van de kinderen. Sarah daarentegen is officieel geen meemoeder, ondanks dat de kinderen niet biologisch van haar zijn. Via eiceldonatie en een anonieme donor werd zijzelf zwanger van de biologisch kinderen van haar partner. Door haar bevalling wordt zij wettelijk gezien als de juridische moeder van de kinderen. De juridische moeder wordt dus bepaald door de bevalling, en niet door de oorsprong van het genetisch materiaal. De vrouw die haar eicel doneert (in dit geval de partner van Sarah), is in die situatie de meemoeder. 

Met dit artikel hopen we toekomstige meemoeders een kijkje te geven in het leven van een duomoeder. En deze drie mama’s beamen het: het (mee)moederschap is gewoon fantastisch!

Term voor meemoeders

Wat vind je van de term “duo- of meemoeder”?

Ellen: “Persoonlijk vind ik ‘meemoeder’ een goede term. Op documenten zie ik liever meemoeder dan vader staan. Ik zucht altijd even diep om vervolgens te schrappen en te wijzigen.”

Nancy: “Inderdaad, liever ‘meemoeder’ dan de verwijzing naar ‘vader’. Bij mijn aanvraag tot ouderschapsverlof werd er ook telkens gerefereerd naar het ‘vaderschapsverlof’, terwijl die dus niet in beeld is. Je merkt wel dat er meer aandacht aan geschonken wordt. Onze school voegde dit jaar enkele belangrijke termen voor de LGBTQ+ gemeenschap toe aan de inschrijvingspapieren. Er is dus gelukkig wel verbetering.”

Sarah: “Persoonlijk vind ik dat het geen bijzondere term moet hebben. Er hoeft geen onderscheid gemaakt te worden. We zijn allebei gelijkwaardige moeders die evenveel van hun kinderen houden.”

Moederband

Merk je een verschil in band met jouw niet-biologisch kind?

Ellen: “Voor beide kinderen ben ik de niet-biologische ouder. Hierdoor had ik wel ‘schrik’ dat ze meer naar mijn partner zouden trekken, maar gelukkig merk ik hier niet veel van. Zeker niet naarmate ze ouder worden. Toen ze kleiner waren, merkte ik wel een sterkere band met de biologische moeder omdat ze ook altijd borstvoeding heeft gegeven. Maar dat is volgens mij niet anders dan vaders ervaren wanneer hun partner borstvoeding geeft.”

Sarah: “Ik ben ook een mama van twee niet-biologische kinderen en eigenlijk denk ik daar zelf zeer weinig aan. Enkel wanneer mensen iets over hun uiterlijk zeggen, denk ik: dat kan sowieso niet van mij zijn. Als ze vervelend doen, denk ik dat ook wel eigenlijk

Twee meemoeders met bloem

Zwangerschapswens

Had je graag zelf een biologisch kind op de wereld gezet?

Ellen: “Mijn partner wou dit heel graag en ik zag het zelf niet zitten om zwanger te zijn. Iedereen zegt dat je zoiets moet meemaken, maar ikzelf had deze wens totaal niet. Stel dat mijn partner om medische redenen geen kind kon baren, dan had ik het waarschijnlijk wel gedaan, maar dan had ik waarschijnlijk gehoopt dat de 9 maanden snel om waren

Nancy: “Voor mij geldt hetzelfde. Het is nooit mijn wens geweest om een zwangerschap of bevalling te ervaren. Een kinderwens daarentegen had ik wel. Ik ben blij dat ik op deze manier mijn gezin heb kunnen vormgeven.”

Vervelende vraag aan meemoeders

Hoe reageer je als iemand vraagt: “Wie is de écht moeder?”

Sarah: “Als anderen vragen wie de échte moeder is, dan vraag ik altijd wat ze nu precies willen weten. Willen ze weten wie er genetisch materiaal heeft doorgegeven, wie er zwanger was, wie er borstvoeding gaf …? Meestal brengt dat een andere sfeer aan het gesprek, zeker als je dan vertelt dat de kinderen biologisch van de niet-zwangere moeder afkomstig zijn. Dan verdwijnt de vraag van ‘echte’ moeder naar de achtergrond (stiekem gaan m’n haren er wel rechtop van staan hoor). We hebben toen ook een hele tijd nagedacht over hoe de kinderen ons zouden noemen. In eerste instantie was mijn idee om de biologische moeder ‘mama’ te laten noemen omdat de buitenwereld haar inderdaad zou percipiëren als de ‘niet-zwangere-dus-niet-echte-mama’. Maar aangezien het haar genetisch materiaal al was én ik mijn lijf ging opofferen, hebben we gekozen voor de achternaam van mijn partner als erkenning naar de buitenwereld. Ikzelf werd ‘mama’ als erkenning.”

Nancy: “Die vraag heb ik nog niet gehoord. Gelukkig, want dat zou wel een vervelende vraag zijn die mij zou kwetsen. Soms wordt er wel gepolst wie de kinderen heeft gedragen en dat vind ik helemaal niet erg. Moeilijker vind ik wanneer mensen de donor “papa” noemen. We zijn de anonieme donor heel erg dankbaar, maar hij is geen vader.”

Hoe ervaar jij of je partner het (mee)moederschap? Of heb je als aanstaande (mee)moeder nog prangende vragen? Laat het hieronder zeker weten!

Benieuwd naar nog meer interessante interviews met LGBTQ-gezinnen? Lees het hier.

Laat een reactie achter